In mijn wildste fantasieën (die uiteraard niets te maken hebben met enige vorm van erotiek) ben ik momenteel de beste column ter wereld aan het schrijven. Een publicatie in de Knack of de Humo is natuurlijk het logische gevolg. Toch moet ik (hetzij heel even) terug met mijn gedachten naar de realiteit, waarin ik als bescheiden Reno-student mijn mening met jullie wil delen.
Al enkele dagen vrees ik voor mijn leven! Het begon allemaal dinsdagochtend, rond 8u. Zoals elke ochtend las ik op mijn gemak Het Laatste Nieuws, ik hou immers wel van een beetje opgeklopte sensatie, vroeg in de ochtend. “Al 81 verdachte sterfgevallen in Mexico”, zo luidde de hoofdpagina van mijn favoriete krant. “Goeie grutjes”, dacht ik bij mezelf. Toen ik even verder las, werd het meteen duidelijk dat het om een epidemie van de zogenaamde ‘varkensgriep’ ging. “Jeminee”, dacht ik meteen, “Als men in Mexico al gehoord zou hebben van het spreekwoord ‘het varkentje eens wassen’, dan zullen ze het daar alleszins niet grondig hebben omgezet in de realiteit!”. En zo lachte ik nog een aantal minuten met mijn eigen kurkdroge humor.
Een dag later was het lachen mij echter vergaan! Afgelopen woensdag kwam mijn favoriete krant voor de dag met de koptekst: “Varkensgriep verspreidt zich over andere continenten”. “Oh jeetje”, dacht ik bij mezelf. “Laat ons hopen dat ik geen slachtoffer word van deze nietsontziende allesdodende ziekte!”
Sindsdien heb ik geen enkele nacht nog goed kunnen slapen. Elke avond pieker ik me suf. Tijdens de voorbije stageweek durfde ik amper nog in de buurt van mijn leerlingen komen, zo bang ben ik om besmet te raken! “Och, maak je toch geen zorgen, m’n lieve zoon”, zei mijn moeder gisteren nog. “Die varkentjes zullen jou geen kwaad doen. Weet je nog wat voor een grote fan je vroeger was van Knorretje, dat varkentje uit Winnie De Poeh?”.
Tuurlijk weet ik dat nog… Knorretje was m’n favoriet, de andere personages kon ik immers niet uitstaan. Teigetje, die had zo’n gezicht waar ik graag een paar flinke meppen zou op uitdelen, en Winnie De Poeh, tja… Ik kon niet wachten tot de dag dat die zou stikken in z’n verdomde honing. Nou ja, dankzij die mooie herinneringen aan mijn prille jeugd, die mijn moeder zonet had opgerakeld, kon ik gisteren toch vredig in slaap dommelen.
Voorlopig is er nog niemand in ons heerlijke landje besmet. Laat ons met z’n allen hopen dat dat zo blijft. Of laat ons toch op z’n minst hopen dat ikzelf niet het slachtoffer word, want dat zou mijn toekomstplannen (ooit de Nobelprijs winnen en in 2030 de finale van het wereldkampioenschap voetbal fluiten) aardig in het gedrang kunnen brengen!
Het gebrek aan een inhoudelijk punt wordt in je column verdoezeld door de fantastische absurde humor, John!
BeantwoordenVerwijderenHeel eigenzinnig en genietbaar.