‘Ik meen het serieus, X, ik heb wapens hier en ik ga morgen vroeg naar mijn oude school en maar eens op niveau grillen. Let op de naam Winnenden, jullie horen morgen over mij!’ Dit citeerde een chatter die volgens onderzoekers niemand minder is dan de zeventienjarige Kretschmer.
Maart 2005: In Minnesota schiet een leerling zeven andere scholieren dood voor hij de hand aan zichzelf slaat. Oktober 2006: Een vrachtwagenchauffeur richt een bloedbad aan in een school te Lancaster van de Amish-geloofsgemeenschap. … Maart 2009: In Winnenden, Zuidwest-Duitsland, schiet Tim K. dertien mensen neer. Langs alle kanten worden we overspoeld in de media door berichten die aankondigen dat er zich opnieuw een verschrikkelijk drama heeft plaatsgevonden. Meestal zijn de moordenaars op het eerste zicht ‘normale’ mensen. Uit onderzoek is gebleken dat de nieuwe generatie moordenaars enkele gemeenschappelijke kenmerken hebben. Ze zijn jong, schuchter, hebben weinig of geen vrienden, zijn tegen de samenleving en ze streven naar de titel ‘de grootste massamoordenaar aller tijden’.
Meer en meer begin ik mij de vraag te stellen hoe het komt dat dergelijke taferelen het nieuws vaker halen. Tegenwoordig komen jongeren al op vroege leeftijd in contact met diverse kanalen die het gebruik van geweld (on)bewust promoten. Vooral in virtuele snufjes kan de jeugd zich gewelddadig uitleven. Hierdoor zijn ze zich niet meer bewust van wat agressie precies inhoudt en wat de gevolgen kunnen zijn. Bovendien blijkt uit onderzoek, dat in een Belgische school genomen werd, dat zeven scholieren op honderd of bijna twee leerlingen per klas wapens bij zich hebben om zich op school te kunnen verdedigen tegen geweld. En het ergste van al is, is dat de veiligheidsadviseur ons doodleuk vermeldt dat hij drama’s, zoals er zoveel zijn in Amerika, wil voorkomen. Beter zou het zijn om advies te geven hoe we dergelijke bloedbaden in de toekomst kunnen vermijden.
We moeten jongeren ervan bewust maken dat het dragen van een wapen geen oplossingen biedt. Verder moeten we te gewelddadige games uit de winkelrekken halen en deze verbieden. Dit zijn enkele oplossingen, maar volgens mij is het grote probleem de maatschappij zelf. We zitten gevangen in een web waar we niet uit kunnen. Willen we dit probleem aanpakken, dan moeten we ons instinctief gevoel van angst aanpakken. Hierdoor zullen we minder vlug grijpen naar wapens en hebben we niet de neiging om discussies, ruzies en teleurstelling met geweld te verhelpen.
Annelies Deckers
Al ben ik het dan niet helemaal eens met uw standpunt, toch vind ik het een goed commentaarstuk. De structuur is duidelijk en je hebt ook een treffende inleiding geschreven.
BeantwoordenVerwijderenDeze commentaartekst heeft een duidelijke structuur: inleiding, midden en slot zijn vlot terug te vinden.
BeantwoordenVerwijderenOok qua inhoud speel je kort op de bal en geef je je gefundeerde mening over het onderwerp.
Het stukje zit goed in mekaar. Heel interessant om de vergelijking te maken met eerder gebeurde feiten. Een iets valt me wel op: verandering van 'ik' naar 'wij'.
BeantwoordenVerwijderenEen goede structuur: inleiding, midden en slot.
BeantwoordenVerwijderenDe inleiding zit goed in elkaar. Ik vind het ook zeer gepast dat je een soort opsomming maakt van eerder gebeurde, vergelijkbare feiten. Dit is namelijk wat bij iedereen wel in het achterhoofd zal spelen.
Je mening komt goed uit.
Ik vind het een interessant stukje om te lezen, waarin een duidelijke mening wordt vertolkt in een goede structuur. Ik heb echter mijn twijfels bij de inhoud. Zo stelt de schrijfster dat jongeren geconfronteerd worden met zaken als games die geweld promoten en dat gewelddadige games uit de rekken gehaald moeten worden. Je zou ook kunnen stellen dat die games net goed zijn, omdat kinderen daar een deel van hun ‘agressie’ kwijt kunnen. Tevens denk ik dat kinderen altijd oorlogje gaan spelen (althans zolang ‘grote mensen’ dat doen, of dat nu met katapultjes, takken of gesofisticeerde plastieken wapens is. Het is ook wat raar dat de schrijfster stelt dat ‘het ergste van al is dat de veiligheidsadviseur stelt dat hij drama’s wil vermijden’. Mij lijkt dat helemaal niet zo erg. Tot slot geeft de schrijfster als oplossing voor de drama’s om ‘het instinctief gevoel van angst’ aan te pakken. Ik geloof wel dat de drama’s voortkomen uit een fundamenteel probleem in onze maatschappij, maar niet dat dit fundamenteel probleem angst betreft, tenzij hiermee statusangst of angst voor niet te slagen (etc.) mee bedoeld wordt.
BeantwoordenVerwijderen