Tijdens een interview met literatuurkenner Johan De Haes gaf Charles Ducal aan dat poëzie geen gevoelsautomaat is, zoals de clichés bepalen. Poëzie houdt zich in de eerste plaats bezig met het creëren van een taal.
In zijn allernieuwste dichtbundel Toegedekt met een liedje heeft Ducal neergepend wat niet neer te pennen valt. Maar toch blijft de Vlaamse dichter ploeteren in het onmetelijke bad van de werkelijkheid.
In 1987 maakte Ducal zijn spraakmakend debuut met Het huwelijk. Daarmee was de toon gezet en sindsdien sprokkelde hij enkele literaire prijzen bijeen. Twee jaar later krijgt hij met De hertog en ik De Prijs van de Vlaamse Gids en in 1997 wint hij met Moedertaal de Prijs van Letterkunde van de Vlaamse Provincies. Na tien jaar, in 2007, wordt In inkt gewassen de wijde wereld ingestuurd en daarmee ontvangt Ducal zijn eerste Herman De Coninck-prijs.
Forchta in bivonga is de ophelderende prelude van zijn recentste dichtbundel Toegedekt met een liedje. In dit gedicht legt Ducal al meteen een bekentenis af. Alles wat door zijn vingers werd neergeschreven, prijkt ook al ergens anders. Een zuivere lyriek valt door hem niet neer te schrijven en dat lijkt hij hier dociel toe te geven. Maar telkens als het spiegelvlak verandert in dit scherm, zit elders een kopie van mij. Hij vindt het keer op keer een heuse opgave om niet steeds in die ivoren toren te kruipen en te vervallen in de oude gewoontes.
Niet alleen zijn woorden, maar ook Ducal zelf lijkt doordrenkt te zijn van nijd en woeste emoties. In deze dichtbundel tracht hij om het onzegbare zegbaar te maken.
Toegedekt met een liedje wordt afgesloten met de epiloog Envoi. Daartussen zijn nog drie elementen terug te vinden waarvan de eerste en de laatste nog eens zijn onderverdeeld.
In de eerste brok van de bundel keert Ducal terug naar zijn vrouwelijke metgezel. Hierbij maakt hij ferm gebruik van alliteraties als een windvlaag door mijn woordenschat en aan zichzelf, zuur en droog. Ducal gebruikt tal van metaforen en hij is een meester in het gebruik ervan.
‘Het blijft aanlokkelijk om in die ivoren toren te kruipen.’
Helaas blijkt het een verloren moeite te zijn wanneer Charles Ducal, gewapend met een beitel, de muur rond de vrouwspersoon tot puin wil te slaan. Maar hij kan enkel een glimp opvangen van de persoon die de vrouw is en hij zal nooit helemaal kunnen begrijpen en aanvoelen hoe voorgoed verloren, de liefste heet.
Zijn recentste werk is vooral geïnspireerd door de wrede maatschappelijke realiteit van tegenwoordig. Internetporno wordt er expliciet en kordaat behandeld. Waar hij eerst op een begrijpbare, profijtige manier de vrouw tracht te doorgronden, ratelt hij nu platvloers pornografische gebeurtenissen af.
Het tweede deel draagt als aankondiging een citaat uit de Bijbel: mijn koninkrijk is niet van deze wereld. Daarin valt pure poëzie te lezen, onverbloemd en rechtuit. Zolang poëzie mijn gezicht bedekte / hield men mij voor een fijnbereid mens. Ducal ziet de dichtkunst als een hulsel om de realiteit te verbergen.
Ik moet verliezen, maar ik kan nog winnen. Met dit citaat van Hans Andreus leidt Ducal het derde en laatste deel in. Ook hier tellen we weer drie delen: Binnen de lijst, Te dicht voor poëzie en Zoveel as. In het tweede compartiment wordt de liefde opnieuw beschreven. Haast altijd komt het tot de liefde zo, het vlees, dat het zich kan bedenken, dat het zijn tijd niet nodeloos verteert, want het is sterfelijk, het kent zijn grenzen. Ducal realiseert dat de liefde in zijn leven iets buitengewoon is, onmogelijk om betamelijk in een gedicht te gieten.
Zoveel as maakt al gauw duidelijk dat Ducal hier afscheid neemt van mensen die hij liefhad. De dood is maar de dood, lacht zij, noteert Ducal. Hij probeert de dood in te kleuren als een lichtzinnig verschijnsel in het menselijk leven.
De dichter voltooid zijn bundel met Envoi, opgedragen aan zijn overleden vriend. Hij probeert de betrekkelijkheid van de dood in te zien met de herinneringen die hem nog resten, en niets omspoelt om in te kleuren, niemand vindt die het beroert, een liedje zonder uitdrukking, zit hij als levend in mijn stoel.
Ruby Red
Geen opmerkingen:
Een reactie posten