maandag 10 mei 2010

Een liedje kan niet alles toedekken

‘Ik weet dat ik mezelf moet schrappen
om plaats te maken voor de poëzie’
Zo begint het eerste gedicht van de zesde dichtbundel van Charles Ducal. Het woord ‘poëzie’ komt zeer vaak voor in de bundel. Ook ‘woorden’, ‘zingen’, ‘liedje’ en ‘taal’ komen opvallend veel terug. De bundel is dan ook een zoektocht naar het onzegbare, een spel tussen de taal en de realiteit in de poëzie.

‘Toegedekt met een liedje’ heeft een duidelijke opbouw. Charles Ducal begint met het gedicht ‘Forchta in bivonga’. Dit verwijst naar een fragment uit de Wachtendonkse psalmen. Forchta in bivonga quamon over mi in bethecoda mi thuisternussi betekent: Vrees en beving kwamen over mij en duisternis bedekte mij. De rest van de bundel is verdeeld in drie verschillende delen. Het eerste en het derde deel kregen een naam. Ze bestaan uit verschillende kleine delen die ook een titel hebben.

Het eerste deel kreeg de titel: ‘Niet uit de rib’. De titels van de verschillende delen zijn: ‘Niet uit de rib’, ‘Onder dit spreken’, en ‘School der pornografie’. In het deeltje met de titel: ‘Niet uit de rib’, zijn vrouwen de inspiratiebronnen van Ducal. Hij gaat op zoek naar verschillende beelden om een vrouw te begrijpen en te beschrijven: ‘Een vrouw is gemaakt van louter aarde. / Niemand heeft haar iets ingeblazen:/ geen ziel, geen berouw./[…] Maar een vrouw kan zich ook vertonen als ‘een veulen op de weg,/ een kleurdoos die gemakkelijk openklapt,/ een lappendeken op een zondag bed,/[…] een windvlaag door mijn woordenschat.’/ Ducal moet in haar afdalen tot waar hij haar hoort ademhalen als een instrument. Er is een spanning tussen de verschillende beelden van een vrouw.

‘Onder dit spreken’ leert ons meer over het ontstaan van taal en gedichten. Het is een moeilijk proces. Ducal beschrijft in ‘Voor na de dood’ het doel van de poëzie en het proces om tot een goed gedicht te komen:

Als het gedicht u bekoort, bedenk dan
dat het gemaakt is van dode dagen,
van drankzucht, maagzuur, een vuile tafel
waarop een leven, ad nauseam.

En dat het zingt is niet meer dan wat klank
die bedekt, zoals men een laken legt
over een lijk, het wekt nieuwsgierigheid
als toch iets bloot kon gelegd,

iets zuivers, voorbij het zweet en de stank
dat zin geeft aan dit geschrijf, deze dwang
zich op te stapelen voor na de dood.

Zolang er leven is, is er hoop.

Een gedicht is niet gemaakt om iemand te bekoren. Er schuilt veel meer achter de klanken waarmee het bedekt is. Dit kan ook een verklaring zijn voor de titel van de dichtbundel. Een liedje kan niet alles toedekken. Je kunt niet alles verbergen. Op een bepaald moment komt de realiteit toch naar boven. Dit probeert Ducal met zijn gedichten.

In ‘School der pornografie’ worden vrouwen gereduceerd tot vlees. Ducal bekritiseert de porno-industrie op het internet. ‘Via het internet leren de zonen/ het onderscheid tussen de dochters van God/ en het wijfjesvlees van hun dromen./ […] Op sites als ‘www.openwide.com’ worden de afschuwelijkste fantasieën werkelijkheid. Alles is mogelijk. Ducal is tot nieuwe inzichten gekomen. Hij maakt dit ook duidelijk in het volgende deel van de bundel: ‘Zolang poëzie mijn gezicht bedekte/ hield men mij voor een fijnbereid mens/ […] Hij is een ander mens met andere opvattingen en gedachten. Dit uit zich in onder andere ‘School der pornografie’. Enkele gedichten verwijzen naar de oorlog in Irak. De maatschappelijke realiteit dringt dus zijn gedichten binnen.

De bundel eindigt met ‘Zoveel as’. De gedichten uit dit deel gaan over dood en vergankelijkheid. Er is geen troost van religie of wetenschap.
Het laatste gedicht: ‘Liedje voor Johan’, werd opgedragen aan Johan Vannuffelen, een overleden vriend van Ducal.

De gedichten hebben meestal een andere opbouw. De enige indeling die terugkomt, is een indeling van drie kwatrijnen met eventueel een aparte slotregel. Het valt op dat meer dan de helft van de gedichten eindigen met een geïsoleerde regel. Soms schuilt in deze regel een waarheid, soms ook niet. Een iets is zeker: het is een manier om je te doen nadenken over de poëzie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten