zaterdag 2 mei 2009

Rouwen in stijl

‘Totaal witte kamer’ of ‘Chambre totalement blanche’ is een dichtbundel van Gerrit Kouwenaar, vertaald uit het Nederlands door Pierre Gallissaires en Jan H. Mysjkin. De bundel verscheen in het najaar van 2002. Gerrit Kouwenaar koos de aangrijpende titel ‘Totaal witte kamer’. De link met de dood van zijn vrouw Paula is bij de titelkeuze niet ver te zoeken.

De zwarte kaft met de kille blauwe en witte letters vormt een echte eyecatcher. Via het kleurenspel licht Kouwenaar al een tipje van de sluier op waarover deze dichtbundel gaat. De zwarte kleur staat symbool voor de dood terwijl het blauw de kilte van zijn eenzaam bestaan uitdrukt. De witte letters bieden de dichter een hoopvol toekomstperspectief aan. Het vierkant is een openstaande deur die de lezer uitnodigt om de dichtbundel en het leven van Kouwenaar binnen te stappen.

De waardering voor zijn dichtbundel ‘Totaal witte kamer’ liet niet lang op zich wachten. In 2004 mocht Gerrit Kouwenaar de Karel Van de Woestijneprijs in ontvangst nemen. Daarnaast kreeg hij ook de vijfjaarlijkse prijs voor poëzie 2005 van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (KANTL). Deze dichtbundel liet ook de jury van de VSB-poëzieprijs niet koud.

Dit meermaals bekroonde werk bestaat uit vier grote delen: ‘een glas om te breken’, ‘vier variaties bij een drieluik’, ‘tussentijds’ en ‘totaal witte kamer’. Het eerste deel, ‘een glas om te breken’, verscheen voor het eerst in 1998 ter gelegenheid van Kouwenaars 75ste verjaardag. Pas in 2002 werd dit deel aangevuld met de drie andere delen.

De nu 86-jarige Kouwenaar schreef de gedichten naar aanleiding van het overlijden van zijn vrouw. In ‘Totaal witte kamer’ omschrijf hij op een stapsgewijze poëtische manier de delen van het rouwproces die hij doorloopt. Dat proces verloopt met vallen en opstaan. In zijn gedichten omschrijft Kouwenaar welke leegte zijn vrouw achterlaat en hoe hij probeert verder te leven zonder haar. Hij probeert via zijn gedichten haar dood een plaats te geven en wil zonder haar te vergeten een nieuw hoofdstuk in zijn leven beginnen.

In deze dichtbundel neemt Kouwenaar de lezer mee in zijn web van mijmeringen over zijn leven met Paula, over de dood, over rouw en over de vergankelijkheid van alles wat bestaat. In deze voorbeelden staat de vergankelijkheid van ‘het vlees’, zijn vrouw Paula, centraal.
‘… in het vlees dat bestaat als sneeuw voor de zon’
‘het vlees nog onsterfelijk’


Ik hou enorm van de manier waarop Gerrit Kouwenaar schrijft. Zijn formuleringen zijn erg realistisch en doen je vaak naar adem snakken. Het is gemakkelijk om de handelingen en de plaats waar de gedichten zich afspelen, visueel voor te stellen. Je krijgt een helder beeld van wat er in de auteur omgaat door de manier waarop hij de gebeurtenissen en zijn gevoelens omschrijft in het gedicht ‘Toen wij’.
‘Toen wij onze handen over ons hart streken
weet je nog hoe het klopte, hoe onze helften
eensklaps weer waar waren, woorden bij kaarslicht’

‘… , wij waren tevreden
zo liggend in wat wij bezaten, het ogenblik
dat ons omarmde, viel toen de tijd in’


De lezer kan gemakkelijk de kern uit de gedichten halen zonder de versregels tot op het bot te ontleden. De gedichten van Kouwenaar zijn zowel voor de geoefende lezer als de literaire leek toegankelijk. Dit is vast en zeker een van de redenen waarom Kouwenaar geliefd is bij het brede leespubliek.

Kouwenaar wekt gevoelens op bij de lezer door op een sublieme manier te spelen met taal en stijlfiguren. De enjambementen zorgen ervoor dat de honger van de lezer niet gestild wordt. Je wil verder lezen om zo dieper te graven in de gevoelswereld van Gerrit Kouwenaar. De sterke ritmiek en de opsommingen in de gedichten zorgen ook voor meer emotionele diepgang. In het gedicht ‘gemompel’ treden deze kenmerken op de voorgrond.
‘nu vogels in grote getale, zwartwolken verhalen
die de verte afschrijven, dichtvouwen als een krant’


Met de krachtige woorden ‘zwart is de mode’ sluit Kouwenaar zijn rouwproces af. Het is genoeg geweest, hij is klaar om verder te gaan. De dichter deelt zijn levenservaring met de lezer. Hij wil de lezer doen stilstaan bij de kleine dingen van het leven want voor je het weet zijn ze weg. Alles vergaat, dus geniet van elk moment.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten