dinsdag 5 oktober 2010

De spiegel

Freya slenterde wat door het bos... Ze verveelde zich steendood. Wat had haar ouders in godsnaam bezield om twintig jaar geleden een schattig huisje te kopen in the middle of nowhere. Midden in het bos nog wel. Al haar vrienden woonden in de stad want daar ging ze ook naar school. Iedere dag drie rotkwartier fietsen naar school. Ze liep driftig verder en ging op een boomstronk gaan zitten om wat af te koelen. Opeens viel haar blik op een vreemd glinsterend voorwerp. Ze bukte zich en raapte het vreemde voorwerp op. Het zag eruit als een soort futuristische spiegel. Het ding was de omlijsting van een spiegel maar de spiegel zelf ontbrak. Op die omlijsting stond heel klein iets geschreven. Freya kneep haar ogen tot spleetjes en probeerde de tekst te lezen. Er stond: hoe zou het zijn, hoe zou het je vergaan als je nooit had bestaan… Vreemde tekst dacht Freya. Maar dit was niet het enige vreemde aan de spiegel, in het gat waar normaal de spiegel was zat er een soort vlies, alsof je de omlijsting van de spiegel in zeepsop zou hebben gestopt. Freya streek enkele seconden met haar vingers over het vlies. De spiegel maakte een vreemd zoemend geluid. Freya schrok en liet de spiegel vallen. De spiegel raakte de grond en begon groter en groter te worden. Het vlies lichtte op en begon te flikkeren. Freya deinsde achteruit. Dit was echt niet normaal, zoiets had ze nog nooit gezien. Enerzijds was ze een beetje bang maar aan de andere kant was ze ook wel wat nieuwsgierig… Schoorvoetend kwam ze weer wat dichterbij de spiegel. Ze bukte zich voorzichtig en voelde aan het vlies. Het voelde heel dun aan. Freya duwde wat harder op het vlies en haar vinger verdween gewoon door het vlies. Abrupt trok ze haar hand terug. Dat was onmogelijk, Freya dacht dat ze hallucineerde. Ze raakte het vlies nogmaals aan en weer verdween haar vinger door het vlies. Ze vroeg zich af wat er achter het vlies zat. Ze dacht niet na over de eventuele gevaren, nam een aanloop en sprong door het vlies.

Ze landde niet onzacht op de grond. Ze keek om zich heen en zag dat ze op exact dezelfde plaats was geland als de plek in het bos waar ze door de spiegel was gesprongen. Alleen lag de spiegel er niet. Vreemd, zeer vremd dacht Freya bij zichzelf. Ze besloot om wat rond te wandelen in het bos. Ze slenterde wat rond en opeens zag ze een jongen. Ze stapte op hem af. “Hé, jij daar”, riep ze, “Wacht eventjes”. De jongen keek verbaasd op en bleef stilstaan. “Ja, wat wil je?”, vroeg de jongen. “Welke dag zijn we vandaag?”, vroeg Freya. “De vijfde oktober”, zei de jongen. “Welk jaar?”, vroeg Freya ongeduldig. “2010 tiens, ziet het eruit alsof we hier in de middeleeuwen zijn misschien”, sneerde de jongen. “Oké, mijn excuses, arrogante zak”, zei Freya furieus. En ze draaide zich om en beende de andere kant uit. “Hoooooo, wacht eventjes, sorry, zo bedoelde ik het niet”, zei de jongeman verontschuldigend. Freya draaide zich om en toverde en stralende glimlach op haar gezicht. “Oké, excuses aanvaard, ik reageer soms wat hevig”, zei Freya op een verontschuldigende toon. “Een echte roodharige furie dus”, lachte de jongen. “Ja, zo kun je het wel stellen”, glimlachte Freya. “Oh, en by the way, mijn naam is Hermes”, zei de jongen vriendelijk. “Ik ben Freya”, zei ze. Opeens klonk er gepiep. Hermes tastte in z’n zakken en haalde er een ultramoderne gsm uit. “Het is mijn moeder, ze vraagt of ik kom eten”, “Geen zin om vanavond bij ons thuis te eten?”, “Mijn ouders vinden dat toch niet erg”, zei Hermes. “Oké, deal!”, riep Freya spontaan.

Ze wandelden samen een beetje verder tot ze een groene, blinkende Vespa zagen staan. “Is die van jou?”, vroeg Freya. “Ja, gekregen van mijn ouders voor mijn zestiende verjaardag”, zei Hermes luchtig, “Zit maar achterop”. Freya nam plaats op de Vespa en samen reden ze een eindje door het bos. Ze vertraagden wat toen er een immense villa voor hen opdoemde. Ze stopten voor één van de vele garagepoorten van de villa. Ze stapten van de Vespa en Hermes haalde een bakje uit zijn zakken en drukte op een knopje. De garagepoort opende vanzelf. Toen die helemaal open was reed Hermes zijn Vespa naar binnen en zette de scooter naast een reeks andere scooters. Hermes ging opnieuw naar buiten en sloot de garagepoort door opnieuw op het knopje te drukken. “Volg mij maar”, zei Hermes. Freya volgde Hermes tot bij een enorme voordeur met ingelegd bladgoud. Hij openende de deur en liet Freya eerst naar binnen gaan. Freya begon Hermes best wel leuk te vinden, een beetje heel leuk zelfs…

Ze stonden in een enorme inkomhal waar er een grote luchter hing en verschillende wandtapijten hingen. Hermes opende nog een deur en Freya ging de kamer binnen. De kamer was ouderwets ingericht, volgens de barok als ze zich niet vergiste. Een lange tafel stond middenin de kamer. De tafel was volledig gedekt en er stond een feestmaal op. Er was wat gestommel en Freya keek op, ze kreeg bijna een hartinfarct. Voor haar stonden haar ouders. “Dit is Freya”, zei Hermes. “Mooie naam, als ik een dochter had gehad had ik haar ook Freya genoemd”, zei de vrouw. Dit was vreemd, enorm vreemd. Haar ouders stonden voor haar, herkenden haar niet, woonden in een kast van een huis en hadden dan nog eens een zoon… Freya voelde het tollen in haar hoofd, het werd zwart voor haar ogen…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten