maandag 4 oktober 2010

Het geheim van A.

Het was vroeg in de ochtend. De dauwdruppels hingen als belletjes aan de grassprietjes en de eerste zonnestralen wrongen zich een weg door de dichte mist. De vogels floten vrolijke deuntjes. Het beloofde alweer een warme dag te worden.

Aphrodite was al wakker, want ze moest om acht uur haar vliegtuig halen. Haastig kleedde ze zich aan en repte zich naar het ontbijt dat haar moeder voor haar had klaargemaakt. Ze keek nog eens vlug of ze alles goed had opgeborgen in haar koffers, gaf haar moeder een zoen en bracht toen alles naar de auto. Haar vader zat al achter het stuur te wachten. “Veel succes!”, riep haar moeder haar nog na. Een paar uur later stonden ze op de luchthaven. “Oef, net op tijd!” dacht Aphrodite bij zichzelf. Vlug nam ze afscheid van haar vader en strompelde met al haar koffers naar binnen. De koffers wogen net niet te veel en binnen de minuut stond ze al bij de douanecontrole. Eenmaal door de controle heen was het zoeken naar de juiste gate. Gelukkig was het niet ver lopen. “Een koffie zou mij wel deugd doen”, mompelde Aphrodite. Terwijl ze aanschoof zag ze dat er bij de incheckbalie al heel wat mensen stonden te wachten op de vlucht naar Athene. Met de koffie in haar hand zeulde Aphrodite haar ene koffer naar de rij wachtende passagiers. Terwijl ze van haar koffie nipte, keek ze om zich heen. Plots zag ze in de rij ‘Priority’ een jongen staan die, net als haar, alleen naar Athene ging. Het was alsof hij wist dat Aphrodite naar hem keek, want hij draaide zich plots om en hun ogen kruisten elkaar. Vlug wendde ze haar blik van hem af en keek naar haar koffie die nog half vol was. Ze gluurde voorzichtig naar hem en zag dat hij haar bleef aankijken. Aphrodite wist zichzelf geen houding te geven en was blij dat de gate niet veel later openging. Toen ze opkeek was hij al door de gate naar het vliegtuig aan het wandelen. Aphrodite zag dat hij mankte. “Die ene koffer is vast heel zwaar”, dacht ze bij zichzelf.

Op het vliegtuig was het zoeken naar een plaatsje. Omdat ze op een na laatste was, kon ze niet meer kiezen waar te zitten. De stewardess bood haar een plaatsje aan vlak achter de vleugel. Ze stopte haar handbagage in de kofferruimte en nam plaats op haar stoel.
“Hallo”, zei een warme en vriendelijke stem. Ze schrok op en keek opzij. Ze zat naast de jongen met het manke been. “Ik ben Achilles”, zei de jongen. “O hallo, ik ben Aphrodite”, zei ze. “Aphrodite”, mompelde Achilles, “Heb je ooit al eens gevlogen?” “Neen, het is de eerste keer”, zei Aphrodite. Haar stem trilde een beetje en ze kon haar gordel maar niet in elkaar klikken. “Wacht, laat mij je helpen”, zei Achilles en zonder op antwoord te wachten boog hij zich over haar heen en klikte haar gordel vast. “Hmmm, wat ruikt hij lekker”, dacht Aphrodite.

1 opmerking:

  1. Loes

    Je verhaal ziet er goed uit. Persoonlijk vind ik het in het begin iets te snel gaan, maar vanaf Aphrodite Achilles in het oog krijgt, vind ik het heel aangenaam om te lezen.

    BeantwoordenVerwijderen