maandag 4 mei 2009

Belladonna


Laatst ging ik naar De versie Claus kijken, een monoloog van Josse de Pauw over het leven van Hugo Claus. Je kent hem wel, die beroemde Vlaamse schrijver. Hij schreef bijvoorbeeld Het verdriet van België. Een boek dat ik niet las, maar waarvan ik de titel bewonder. Zo mooi en zo welklinkend. Zo zelfzeker ook; immers, welke recensent zal destijds niet even met de gedachte gespeeld hebben om een stukje te schrijven onder diezelfde titel? Het theaterstuk was saai, langdradig, doch uitermate boeiend en onderhoudend. Tja, wat moet je jezelf daar nou bij voorstellen? De versie Claus dus. Prompt na de voorstelling, en nog in een enthousiaste bui van bewondering verkerend voor die Clausfiguur, besloot ik eveneens schrijver te worden. Boeken schrijven, boeken verkopen, beroemd worden, belezen lijken… Prachtig toch? Thuis aangekomen plaatste ik mijn laptop op mijn schoot, werd stilletjes aan impotent, en dacht na over een geschikte verhaallijn. Omdat een boek schrijven een werk van lange adem is, was ik niet ontmoedigd door het plotse gebrek aan inspiratie dat me net nu overviel. Alsof Hugo Claus daar nooit mee worstelde… Of Arnon Grunberg. Je kent hem wel, die beroemde Nederlandse schrijver. Hij schreef bijvoorbeeld Tirza. Een boek dat ik ooit las, maar waarvan ik naderhand verlangde het nooit gelezen te hebben. Zo nietszeggend. Zoveel pagina’s, om zo weinig te vertellen. Als ik laatst De versie Grunberg had gezien, ik was niet eens schrijver geworden. Meer zelfs, als schrijver behoed ik mij ervoor ooit naar De versie Grunberg te gaan kijken, want ik zou weleens prompt na de voorstelling een andere eervolle stiel willen beoefenen, die van kunstschilder bijvoorbeeld, of van zebrapadtekenaar. Thuis straalde mijn laptop nog steeds zoemend zijn warmtegolven door naar mijn bovenbenen, het licht van het scherm flikkerde in mijn ogen en hoewel dit geen politiekcorrect werkwoord is, gebruikte ik het toch in een veel te lange zin, want ik kon mij beroepen op datgene wat men de dichterlijke vrijheid noemt. Maar welk werkwoord ik ook zou gebruiken, het wijzigde niets aan het feit dat er door de scherpe flikkering van het computerscherm bolle tranen uit mijn ogen rolden, en pardoes ploften, op de grond tiens. Schrijver zijn, het is niet weggelegd voor de wekere mossels onder ons. Mijn gebrek aan inspiratie, die ik onderwijl als een writer’s block bestempelde, hinderde mij mateloos: op die manier zou ik natuurlijk nooit een boek publiceren. De schoonschrijverij even laten voor wat ze was, de geest zijn rust gunnen, pauze nemen dus. Ik nam een krant, en las een column, zo eentje van Herman Brusselmans. Je kent hem wel, die bekende Vlaamse schrijver. Hij schreef bijvoorbeeld Iedere zondag sterven en doodgaan in de week. Je ziet, schrijver zijn, het is waarlijk niet weggelegd voor de wekere mossels onder ons. Ik las ooit meerdere boeken van die Brusselmans, maar nu niet meer. Nu lees ik zijn columns. Ik besloot prompt er zelf eentje te schrijven. Over waarom ik schrijver werd, over Hugo Claus, de heerser, en over Arnon Grunberg, de schlemiel, ik liet niet na Brusselmans te vernoemen, want hij spoorde mij aan tot het columnschrijven. Ik beschreef hoe de genoemde Vlaamse schrijvers succes hadden bij het mooiere geslacht, dat zij zo treffend schoon wisten te portretteren. Ik beschreef de beeldige vriendin die ik beminde, en de literaire kwaliteiten die ik ontbrak. Ik beschreef het allemaal in die column en bedacht toen de titel Belladonna.

4 opmerkingen:

  1. Aangename column, met goedgebruikte herhalingen. De clue was redelijk 'spitsvondig'. De (te) lange zinnen kunnen we met de mantel der liefde bedekken door middel van die overschatte uitdrukking: dichterlijke vrijheid.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat mij vooral opvalt aan deze column is de samenhang. Alles houdt verband met alles, om uiteindelijk in een logisch slot samen te vloeien.

    De zekere vorm van arrogantie die zich schuilhoudt in de column vind ik geweldig (cf. het fragment over dichterlijke vrijheid).

    Een column waar voor mij zeker nog een vervolg op mag komen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Een leuke column om te lezen.

    Je zorgt er hier voor dat de lezers meermaals verrast worden.
    Ook laat je duidelijk je mening blijken, zonder hem erbij te willen opdringen.
    Je manier van dingen omschrijven gebeurt vaak humoristisch.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Op inhoudelijk vlak is dit het beste wat ik vandaag al gelezen heb. Met een paar kleine ingrepen (iets kortere zinnen, om de tekst iets toegankelijker te maken voor het publiek) kan deze column (wat mij betreft) zo opgenomen worden in één of ander literair tijdschrift!

    BeantwoordenVerwijderen