dinsdag 21 december 2010

Prettige feestdagen!

Overal zie je ze weer opduiken: de kerstbomen. Voor de ramen van de ‘gezellige’ huiskamers zie je dan allerlei flikkerende lichtjes. Af en toe hangt er voor die ramen dan een jolige Kerstman aan een touw die naar de schouw klimt. Naar mijn weten, kwam enkel de aartsvijand van de Kerstman, Sinterklaas, via de schouw naar binnen. De Kerstman kan toch gewoon zijn slee voor de deur parkeren en aanbellen? Maar goed, daar zal ik nu niet verder op ingaan. Terug naar die kerstboom.

Terwijl ik dit aan het schrijven ben, staat er hier trouwens eentje voor me. Hij lacht me uit met zijn overdreven kleurrijke kerstballen en lelijke slingers. Ook de lichtjes willen me verwarren door telkens in een ander ritme op te lichten. Menig autist is waarschijnlijk al over zijn toeren gegaan door die lichtjes. Om dan nog maar te zwijgen over die verschrikkelijke piek. Wie heeft dat in hemelsnaam bedacht? Het ziet eruit als een fallus en is ook zo moeilijk om op de kerstboom te krijgen. Daar hebben we trouwens al een oplossing voor gevonden. We laten onze piek gewoon op de kerstboom zitten. Wat ook meteen verraadt dat onze kerstboom niet-biologisch afbreekbaar is.

Zo’n plastic kerstboom ziet er niet uit, maar heeft wel een paar praktische voordelen. Om te beginnen verliest hij niet zoveel naalden als een echte. Een echte verademing, want als kind was het altijd mijn taak om alle (echt alle) naalden van de grond te rapen. Ten tweede is zo’n plastic boom heel wat lichter, dus spaar ik heel wat uit aan de kinesist door mijn rug niet opnieuw te forceren met het tillen van een zware naaldboom.

Daarnaast heeft zo’n plastic ding nog een financieel voordeel. Op termijn kost hij veel minder dan een echte boom. Daardoor kan ik veel duurdere cadeaus kopen. Wat me meteen tot een nieuw probleem stelt. Waar moet ik die pakjes leggen? Is het niet de bedoeling om die kerstcadeautjes in hun verschrikkelijke verpakking onder je kerstboom te plaatsen? Maar mijn plastic geval komt maar tien centimeter boven de grond. En aangezien mijn budget voor cadeaus groter wordt, worden ook mijn cadeaus groter. En die passen daar helemaal niet meer onder. Meer zelfs, mijn cadeaus worden zo groot dat ik er stilaan mijn kerstboom achter kan verbergen. Dat is misschien niet zo’n slecht idee.

Hoewel, kennelijk ben ik de enige die grote cadeaus koopt. De rest van mijn gezinsleden kopen enkel van die Bongodingen en Vivaboxen. Gemakscadeaus noem ik dat. Laat de krijger maar kiezen, wat oorspronkelijk de opdracht van de gever was. Waarom geef je dan nog een cadeau? Je kunt zowel geld geven met een briefje: ‘Ik ben te lui om cadeaus uit te zoeken!’.

een Vivabox om een kerstdiner te maken met Sergio Herman of Peter Goosens

Tot slot zijn er dan ook altijd die kerstdiners. Waarom duren die altijd zo lang? Je zit in een veel te warme kamer, te veel eten naar binnen te werken en te lange conversaties te houden met familieleden die je anders nauwelijks ziet. En als je denkt dat je er met één diner vanaf komt, heb je het lelijk mis. Diners aan beide kanten van de familie van je ouders, diners aan beide kanten van de familie van je vriendin, diners bij je peter en meter, diners bij Jan en alleman. En allemaal hebben ze hetzelfde cadeau gekregen met de vorige kerst: een Vivabox om een kerstdiner te maken met Sergio Herman of Peter Goosens.

Kortom: ik verlang al tot het Nieuwjaar is.

Vrolijk kerstfeest.

Monsieur Costaud.

3 opmerkingen:

  1. David

    Je formuleert op een grappige manier kritiek op het hele kerstgebeuren. Dit is erg amusant om te lezen!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De integratie van de Vivaboxen vind ik schitterend. We delen hier duidelijk dezelfde mening over.

    Charlotte

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Je kunt hiermee lelijk tegen mensen hun schenen schoppen (ik denk aan de karakterisering van 'de autist'), maar ook Herman Brusselmans schopt tegen schenen en hij wordt alom gelauwerd. Met andere woorden: David, je hebt een stevig stukje tekst neergepend. Leuk om te lezen.

    BeantwoordenVerwijderen