"Morgen, morgen zal ik gaan." Irene kan al weken niet slapen. Iedere nacht opnieuw denkt ze aan die knappe man die ze tegen het lijf gelopen was op de trein. Vorige week ontdekte ze dat hij een succesvolle ingenieur is bij het grootste bouwbedrijf in de buurt. Sindsdien twijfelt ze of ze naar het bedrijf zou stappen om hem mee uit te vragen. Normaal gezien is ze niet zo verlegen, maar het feit dat ze nog niet weet hoe hij heet, houdt haar enigszins tegen. Ook is ze wat nerveus omdat ze niet weet op welke manier ze hem moet benaderen. Je openingszin kan toch moeilijk 'Ik zag je op de trein' zijn? De ongewone situatie maakt haar enorm onzeker. Alle andere jongens waarmee ze uitging, had ze leren kennen in een café, onder vrienden. Er was altijd wel iemand die de ander kende.
Het lijkt weer een slapeloze nacht te worden voor Irene, ze blijft maar piekeren.
"Als ik morgen niet ga, geef ik het beter op. Zo kan het niet verder. Weken na elkaar niet slapen, dat maakt je kregelig. En als er iets is waar ik zelf niet tegen kan, dan is het een persoon die kort aangebonden is. Alleen als je uitgeslapen bent, kun je vriendelijk zijn en elkaar op een zachte manier benaderen. Het wordt tijd dat ik weer eens een oogje dichtdoe. Pas dan kan ik op die knappe man afstappen. Stel je voor dat ik hem afsnauw, enkel en alleen omdat ik niet goed geslapen heb... Nee, misschien volg ik beter eerst een slaapkuur. Daarna stap ik op hem af. Niet morgen. Ondertussen kan ik misschien eerst proberen zijn naam te weten te komen."
's Anderendaags neemt Irene zoals gewoonlijk de trein van zeventien na zes. Ze ziet haar knappe man opstappen. Haar hart gaat sneller slaan als ze ziet dat hij in haar coupé komt zitten. Ze weet niet goed hoe zich te gedragen en neemt er vlug haar roddelblaadje bij, op de horoscooppagina. Ze wordt vuurrood als ze merkt dat ze het blad ondersteboven vast heeft.
"Gelukkig heeft hij het niet gezien. Man, wat een roddeltantes kunnen mannen toch zijn. Dan durven ze iets te zeggen van ons, vrouwen."
Midas heeft inderdaad niet opgemerkt dat Irene haar blaadje verkeerd vasthield. Hij is te druk in gesprek met zijn collega over het nieuwe project dat ze net in de wacht gesleept hebben en gunt de vrouw in zijn coupé geen blik waardig. Het gesprek is bij het opstappen van de trein overgegaan in het keuren van de vrouwelijke bedienden op de eerste verdieping van het bedrijf. Midas lacht met de grapjes van zijn collega, terwijl hij zijn notitieboekje te voorschijn haalt. De kaft van het boekje lijkt wel van massief goud. Of is dat maar schijn en ligt het aan Midas' uitstraling? Nee. Ook het bijhorende potloodje schittert in het voorbijflitsende schijnsel van de lantaarnpalen.
Irene kijkt ernaar en betrapt zichzelf op overmatig staren. Snel doet ze weer alsof ze haar horoscoop leest.
Het lijkt weer een slapeloze nacht te worden voor Irene, ze blijft maar piekeren.
"Als ik morgen niet ga, geef ik het beter op. Zo kan het niet verder. Weken na elkaar niet slapen, dat maakt je kregelig. En als er iets is waar ik zelf niet tegen kan, dan is het een persoon die kort aangebonden is. Alleen als je uitgeslapen bent, kun je vriendelijk zijn en elkaar op een zachte manier benaderen. Het wordt tijd dat ik weer eens een oogje dichtdoe. Pas dan kan ik op die knappe man afstappen. Stel je voor dat ik hem afsnauw, enkel en alleen omdat ik niet goed geslapen heb... Nee, misschien volg ik beter eerst een slaapkuur. Daarna stap ik op hem af. Niet morgen. Ondertussen kan ik misschien eerst proberen zijn naam te weten te komen."
's Anderendaags neemt Irene zoals gewoonlijk de trein van zeventien na zes. Ze ziet haar knappe man opstappen. Haar hart gaat sneller slaan als ze ziet dat hij in haar coupé komt zitten. Ze weet niet goed hoe zich te gedragen en neemt er vlug haar roddelblaadje bij, op de horoscooppagina. Ze wordt vuurrood als ze merkt dat ze het blad ondersteboven vast heeft.
"Gelukkig heeft hij het niet gezien. Man, wat een roddeltantes kunnen mannen toch zijn. Dan durven ze iets te zeggen van ons, vrouwen."
Midas heeft inderdaad niet opgemerkt dat Irene haar blaadje verkeerd vasthield. Hij is te druk in gesprek met zijn collega over het nieuwe project dat ze net in de wacht gesleept hebben en gunt de vrouw in zijn coupé geen blik waardig. Het gesprek is bij het opstappen van de trein overgegaan in het keuren van de vrouwelijke bedienden op de eerste verdieping van het bedrijf. Midas lacht met de grapjes van zijn collega, terwijl hij zijn notitieboekje te voorschijn haalt. De kaft van het boekje lijkt wel van massief goud. Of is dat maar schijn en ligt het aan Midas' uitstraling? Nee. Ook het bijhorende potloodje schittert in het voorbijflitsende schijnsel van de lantaarnpalen.
Irene kijkt ernaar en betrapt zichzelf op overmatig staren. Snel doet ze weer alsof ze haar horoscoop leest.
Anne
BeantwoordenVerwijderenLeuk dat je het verhaal vanuit de verschillende standpunten van de personages beschrijft. Bovendien heb je er voor gezorgd dat je partner voldoene hyperlinks kan maken vanuit jouw liefdesverhaal. Het leest vlot, maar af en toe mis ik wat pit.